Interview met Jonas Geirnaert & Julie Mahieu: zij schiepen De Dag

$image

Wanneer zag De Dag het licht?
Mahieu: De eerste ideeën zijn tien jaar oud en gingen vooral over het concept en de structuur. Acht jaar geleden hebben we er dan voor het eerst echt samen over gepraat en nagedacht. Toen bedachten we de arena: een gijzeling in een bankkantoor. Zes jaar geleden vertrokken we voor een jaar op reis met het vaag voornemen om aan het project te werken als we daar zin in hadden. De goesting was er en we zijn met twee afleveringen teruggekeerd. Die hebben we wel nog héél vaak moeten herschrijven.

Hebben jullie bij benadering een idee van het aantal uren schrijfwerk dat er in De Dag is gekropen?
Geirnaert: Ik heb ooit een poging ondernomen om dat uit te rekenen en kwam toen uit op 7.500 uur per persoon, enkel voor de scenario’s. En dat is waarschijnlijk nog een onderschatting. Alleszins gigantisch veel.

Waarom een gijzeldrama?
Geirnaert: Julie ziet dat soort films en reeksen graag. Ik heb geen speciale band met gijzelingen, maar ik kijk wel graag naar goeie crimi-reeksen met een originele invalshoek. De vorm kwam eerst. We wilden vanuit verschillende standpunten een verhaal vertellen dat zich op één dag afspeelt. Vrijwel onmiddellijk wisten we dat het geen mozaïekvertelling mocht worden zoals in sommige arthousefilms. Dat is al gedaan. Wij wilden iets spannend maken en de dubbelvertelling op een goeie manier benutten. Dat zette ons vrij snel op het spoor van een gijzeling. Een gijzeling garandeert dreiging en suspense van de eerste tot de laatste minuut. Binnen weten ze niet wat er buiten gebeurt en omgekeerd, meteen heb je twee totaal verschillende standpunten.

Er is geen gebrek aan misdaadseries. Het inventieve schuilt in de structuur en de verschillende vertelperspectieven. Verklappen jullie hoe De Dag in elkaar steekt of moet iedereen dat maar zelf uitvissen?
Geirnaert: De hele reeks speelt zich af op één dag, van ’s morgens heel vroeg tot een stuk in de nacht, en de kijker krijgt de gebeurtenissen twee keer te zien. Eén keer door de ogen van de politie en de pers buiten de bank, één keer vanuit het standpunt van de gijzelnemers en de slachtoffers binnen.
Mahieu: Er gebeurt ontzettend veel, maar doordat we regelmatig van perspectief wisselen krijg je een interessante verhaalbeleving: net op het moment dat je denkt dat je weet hoe de vork aan de steel zit, veranderen we weer van standpunt en liggen de zaken toch anders dan je dacht. We zijn erg benieuwd hoe de kijker hierop gaat reageren. Het verhaal van de slachtoffers is best emotioneel, dat van de daders en de politie drijft grotendeels op spanning. Het nodigt alvast uit om heel snel de volgende aflevering te bekijken.

Zeker bij een tweede visie valt op hoe De Dag tot in de details klopt. Leidt zo’n ambitieuze structuur niet tot veel pruts- en puzzelwerk?
MahieuDe Dag zit voor ons als scenaristen veel ingewikkelder in elkaar dan een chronologische reeks, maar de kunst is om de kijker nooit het gevoel te geven dat het verhaal te complex is om te volgen. We wisten dat het niet vanzelfsprekend zou zijn om én de twee perspectieven te doen kloppen én het verhaal vooruit te laten gaan. Dat bleek gaandeweg ook. Wanneer je iets opnieuw vertelt, moet dat spannend en nieuw genoeg aanvoelen. We hebben daar veel en lang aan gesleuteld. Maar precies omdat de uitdaging zo groot was, hebben we er zo graag aan gewerkt.
Geirnaert: We hebben ontzettend veel tijd in het puzzelwerk gestoken. Alles moet kloppen: de overlappingen, de chronologie, de structuur… En dat voelde soms aan als fietsen met de remmen dicht. Zelfs al zit je in de juiste vibe en vloeit het er allemaal uit, je bent verplicht om voortdurend te checken of je idee niet vloekt met het tijdsverloop. De kleinste wijziging kan grote gevolgen hebben voor andere afleveringen.

De Dag moet méér zijn dan entertainment’, zegt Gilles Coulier (BevergemCargo), een van jullie twee regisseurs. Er is toch niets mis met een spannende reeks?
Mahieu: De ambitie was om een spannende reeks te maken die de kijker uitdaagt om mee te denken. Maar de reeks mag ook wel wat dieper snijden. Wat de personages overkomt, moet de kijker echt raken. We hebben voldoende actie maar geen Hollywoodiaanse over-the-top toestanden of gratuit geweld.
Geirnaert: Het gaat om de mensen, dat is de insteek. Ook langs de kant van de politie. We blijven bewust ver weg van het idee van de super-flik die voortdurend zijn boekje te buiten gaat om de zaak in zijn eentje op te lossen. Dat hebben we al te vaak gezien en daar kijk ik zelf niet graag naar. Dat is ook geen mens meer. Ik vind het leuk om ook de kleine kantjes en de onzekerheden van mensen te laten zien.

$image

Hadden jullie het laatste woord? Zijn jullie behalve de scenaristen ook de showrunners?
Geirnaert: Ja, maar ze hebben ons eerst moeten uitleggen wat een showrunner juist is (lacht). Dat is nog niet gangbaar in België. De Dag is een beetje ‘auteurstelevisie’. Het is ons kindje.
Mahieu: Het ging eerder over inhoudelijke betrokkenheid dan over per se de controle of het laatste woord willen. Op de set was er vaak overleg, maar wij waren er in de eerste plaats om ervoor te zorgen dat de puzzel klopte. Omdat we het scenario bijna uit het hoofd kennen, konden we waken over overlappingen en fouten. Als de regisseurs iets anders wilden doen dan voorzien in het scenario dan konden we meteen zeggen of dat binnen het groter geheel van de reeks paste.

Gilles Coulier en Dries Vos zijn anders wel regisseurs die graag hun stempel op het werk drukken.
Geirnaert: Uiteraard, en dat is meteen ook de reden waarom we zo graag met hen wilden werken. Dat maakt het boeiend en levert finaal ook een veel betere serie op. We hebben al in een vroeg stadium zeer intens samengewerkt met Gilles en Dries en later ook met de twee DoP’s. Er werden verschillende visuele referenties op tafel gegooid, en al gauw bleken we op dezelfde golflengte te zitten.
Mahieu: Idem voor de castings, waar we samen met hen de knopen doorhakten. Maar op de set zelf moet je de regisseurs vooral voldoende vrijheid geven om hun job te doen, want dat is waar ze goed in zijn. De deal was: wij mogen altijd een suggestie doen maar de regisseur heeft op de set het laatste woord. 

Jullie kregen heel wat schoon volk op de been. Wie is de revelatie?
Geirnaert: We werken niet met een protagonist, een antagonist en wat nevenpersonages maar met een ensemble-cast. We hadden even schrik dat we teveel personages introduceren maar tijdens de testvisies bleek dat goed mee te vallen. Ik denk dat Sofie Decleir gevoelsmatig het gezicht van de reeks wordt. Ze speelt fantastisch en kreeg op televisie nooit eerder zo’n prominente rol. Voor ons is het een geweldig cadeau om zo iemand te laten ‘ontdekken’.

‘Dat gerief hebben we niet. Het is hier Hollywood niet’, merkt een van de agenten in de reeks op. Moest het waarheidsgetrouw zijn of vinden jullie dat in fictie alles geoorloofd is om het enigszins spannend te maken?
Mahieu: De personages, hun persoonlijkheid en de situatie zijn volledig verzonnen. Maar uiteraard hebben we research gedaan. We hebben uitgebreid gepraat met onderhandelaars, lokale politieagenten, rechercheurs, mensen van slachtofferhulp, gedragswetenschappers, iemand die een boek over gijzelingen geschreven had. We hebben naar hen geluisterd en legden hen fictieve situaties voor. Die gesprekken waren zeer vruchtbaar.
Geirnaert: Ik vind het belangrijk om eerst je huiswerk te maken. Je moet goed weten hoe het er in de realiteit aan toegaat om vervolgens te beslissen waar je de realiteit volgt en waar niet. Die gesprekken hebben ons bijvoorbeeld geleerd dat onderhandelaars vriendelijk goeiedag zeggen als ze de gijzelnemers voor het eerst aan de lijn krijgen. Ze beginnen niet meteen te dreigen of te intimideren; dat zijn Hollywood-clichés. Maakt een gijzelnemer zich kwaad en raakt hij over zijn toeren, dan durven onderhandelaars al eens de telefoon neerleggen met het verzoek om terug te bellen als ze wat gekalmeerd zijn. Ik zou dat zelf nooit hebben kunnen bedenken. Maar het blijft fictie: we proberen dicht bij de realiteit te blijven maar het moet doenbaar zijn.
Mahieu: Klopt. De echte onderhandelingsbus is niet half zo chic en er zit dubbel zoveel volk in (lacht).

$image
Share: